Wanneer ik zeg ‘in aandelen beleggen’, bedoel ik niet dat je zelf moet gaan kiezen in welke aandelen van bedrijven je gaat beleggen.
De selectie van de juiste aandelen is erg moeilijk. Zelfs voor professionals die er hun werk van hebben gemaakt is het geen makkelijke opgave om de juiste bedrijven te selecteren. Van alle aandelenbeleggers die geld voor relaties beheren, blijft tweederde tot 75% achter bij hun ‘benchmark’ in een gegeven jaar. Als je naar meerdere jaren kijkt, lukt het zelfs maar een handjevol beleggers om consistent een beter rendement te behalen. Een benchmark is een aandelenindex waarin een aantal aandelen in zitten die door automatische regels gekozen worden, bijvoorbeeld de S&P 500, waarin de grootste 500 bedrijven van Amerika zitten, of de AEX, waarin de 25 meest verhandelde Nederlandse aandelen zitten. Deze benchmarks zijn ook het gemiddelde rendement die alle aandelenbeleggers als groep verdienen en dus een stuk meer dan de helft van de beleggers doen het slechter dan gemiddeld.
Als het slechts zo’n klein gedeelte van de mensen die er hun werk van gemaakt hebben lukt om toegevoegde waarde te hebben, dan is de kans erg klein dat jij met de selectie van aandelen je kind een groot plezier gaat doen.
Ook het selecteren van een partij of persoon die voor jou in aandelen gaat beleggen is dus erg moeilijk, want waardoor kan jij bepalen dat iemand een goede aandelenbelegger is? Wat mensen veelal doen is hun geld toevertrouwen aan beleggers die het in het verleden goed hebben gedaan. Helaas is de zin ‘ in verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst’ maar al te waar. Vaker nog is het bijna een garantie dat toekomstig rendement bij deze beleggers tegen zal vallen.
Daar komt bij dat aandelenbeleggers een riante vergoeding vragen voor hun werk, ongeacht of ze een beter rendement voor je halen. Dus als ze in het meest gunstige geval wel wat meer rendement voor je weten te behalen dan de benchmark, dan moet je nog maar hopen dat het extra rendement de kosten dekt en je niet alsnog een netto rendement hebt dat lager is dan de benchmark. En in het ergste geval, als de aandelenselectie van de door jouw gekozen professional een lager rendement oplevert, dan alsnog betaal je de hoge kosten aan de aandelenbelegger. Zoals ik eerder zei halen alle beleggers bij elkaar het benchmarkrendement, maar dat is vóór kosten. Na kosten blijft er dus voor de hele groep gegarandeerd een lager rendement dan gemiddeld over.
Met actief aandelenbeheer (zo wordt het genoemd als een belegger kiest in welke aandelen hij wel én niet belegt) is het dus erg moeilijk om een benchmark, of beleggingsindex, te verslaan. Als je je geen zorgen wilt maken om welke aandelen je het best in kunt beleggen, of welke aandelenbelegger je het best je geld aan toe kunt vertrouwen en je gewoon blij bent met het gemiddelde aandelenrendement, dan kun je er voor kiezen om passief te beleggen. Passief beleggen houdt in dat je er voor kiest om te beleggen in een benchmark, of een beleggingsindex. Dit wordt ook wel indexbeleggen genoemd.
De voordelen van passief beleggen in een index zijn het omgekeerde van de nadelen van actief beleggen. Zo hoef je alleen wat tijd te stoppen in de selectie van een passende index waar je in gaat beleggen en daarna hoef je niet veel meer na te denken over waar je je geld in belegt. De tijdsinvestering is dus minimaal. Verder hoeven er geen dure professionals ingehuurd te worden die selecteren welke aandelen er wel of niet in belegd worden. Dat scheelt een hoop geld. De kosten van passief beleggen zijn dan ook een fractie van de kosten van actief beleggen. Verder behaal je voor de kosten hetzelfde rendement als de index (want je belegt in precies dezelfde aandelen). Na kosten houd je een rendement over dat, door de lage kosten, erg dicht bij het rendement van de benchmark ligt.
Passief beleggen is dus een goedkope en simpele manier om een gemiddeld aandelenrendement te behalen. Het nadeel is dat het rendement ook nooit meer dan gemiddeld is. Stel je voor dat jij wel heel erg goed bent in het selecteren van de beste aandelen, dan kan je rendement vele procenten hoger zijn dan het gemiddelde aandelenrendement. Toch raad ik je niet aan om het te proberen, want als het je niet lukt, kan het je kind een hoop geld kosten. De risico’s die horen bij het extra rendement staan niet in verhouding. De kansen zijn niet in je voordeel. Je wilt er na een aantal jaar niet achter komen dat je de verkeerde aandelen gekozen hebt en daardoor geld verloren bent.
Voor wat betreft de keuze welke beleggingsindex om in te beleggen, is de regel ‘houd het zo simpel mogelijk’. Kies een index die bestaat uit de grootste bedrijven ter wereld zou mijn advies zijn. Er zijn vele aanbieders die dit mogelijk maken en de kosten hierbij zijn, binnen het passieve beleggen, ook nog eens erg laag. De bekendste en meest gebruikte index is de MSCI World index. Deze index bestaat uit de 1600 grootste bedrijven uit de ontwikkelde landen. Een alternatieve index, die iets minder vaak gebruikt wordt, is de MSCI All Country World index (ook wel MSCI ACWI genoemd). Het verschil is dat in deze index ook 1300 bedrijven uit opkomende landen worden meegenomen. In aantal bedrijven lijkt het verschil groot, maar in waarde zijn die 1300 bedrijven slechts iets meer dan 10% van de totale index. De MSCI World en ACWI zijn dus voor ongeveer 90% gelijk aan elkaar.
Er zijn twee instrumenten om in deze indices te beleggen: Index beleggingsfondsen en Exchange Traded Funds (ETFs). Beide producten zijn geschikt voor het beleggen voor je kind, maar een klein verschil tussen de twee producten is dat de beleggingsfondsen slecht één keer per dag gekocht en verkocht kunnen worden, en er vaak één of twee dagen vertraging zit tussen het moment van doorgeven van de koop/verkoop en de uitvoering. Bij een ETF kun je de hele dag door aan- en verkopen en is de uitvoering onmiddellijk. In de praktijk is dit verschil voor lange termijn, maandelijks beleggen, niet belangrijk.
Om te starten met passief beleggen, moet je een beleggingsrekening voor je kind openen. Je kunt er voor kiezen om dat op je eigen naam te doen, zonder dat het gespecificeerd wordt dat het voor je kind is, of op naam van je kind. Als je er voor kiest om het op je eigen naam te doen, dan houd je altijd zeggenschap over het geld. Bij een beleggingsrekening op naam van je kind, gaat de zeggenschap over de rekening automatisch over op je kind als hij of zij achttien wordt. Als je bang bent dat je kind niet goed met geld om kan gaan op achttienjarige leeftijd, dan kun je beter geen rekening op zijn of haar naam openen. Echter denk ik dat dit ook een stok achter de deur kan zijn om je ook te gaan richten op een goede financiële opvoeding. Verder kan dit een mooi moment zijn om je kind erbij te betrekken en vanaf dan samen verder aan het vermogen van je kind te gaan bouwen.
Een andere reden om de rekening op naam van je kind te openen is vanwege schenkbelasting. Op dit moment kun je jaarlijks als ouders ongeveer € 6.600 belastingvrij aan je kind schenken. Als je dus maandelijks wat op een beleggingsrekening van je kind stort, is dat vrijgesteld van schenkbelasting. Als je éénmalig een groter bedrag wilt schenken dat je kind vrij kan besteden, dan kun je net geen € 27.000 belastingvrij schenken. Als je dus een groter bedrag bij elkaar gespaard (of eigenlijk belegd) hebt, dan moet je waarschijnlijk wél schenkbelasting betalen over het geld dat je schenkt aan je kind. Door het gelijk op naam van je kind te beleggen is de kans op schenkbelasting dus een stuk kleiner. Iedere ouder moet zelf de afweging maken tussen vertrouwen dat zijn of haar kind goed met het geld om gaat op het moment van het bereiken van de volwassen leeftijd en de schenkbelasting.
Wat je ook beslist, een beleggingsrekening openen om passief te beleggen op je eigen naam of die van je kind kan je op dit moment prima doen bij één van de drie grootbanken: ABN AMRO, ING of Rabobank. Bij al deze banken kan je tegen schappelijke kosten een rekening openen om in indexbeleggingsfondsen of ETFs te beleggen. Als je zelf bij een andere bank je betaalrekening hebt, is het veelal geen probleem om voor je kind een gratis betaalrekening te openen, zodat je ook een beleggingsrekening voor hem of haar kunt openen. Als je op je eigen naam een beleggingsrekening wilt openen als je bij een andere bank zit, dan kan je er ook voor kiezen om bij een partij die zich op beleggen richt een rekening te openen. Meesman is een bedrijf dat puur en alleen passief indexbeleggen aanbiedt. Ook al bankier je bij een grootbank, dan alsnog is het een aanrader om op de website van Meesman te kijken om nog meer over passief beleggen te weten te komen. BinckBank en DeGiro zijn ook nog twee aanbieders waar je terecht kunt. De verschillen tussen de zes partijen, in kosten en het assortiment van beleggingsfondsen of ETFs zijn beperkt.
Het is lastig om in dit boek specifiek aan te bevelen welke beleggingsfondsen of ETFs je moet kopen, omdat het aanbod nog wel eens veranderd. Als je bij de partij waar je je beleggingsrekening opent aangeeft dat je passief wilt beleggen in de MSCI World, dan kunnen zij de opties in hun assortiment aangeven. Ze kunnen dan ook de verschillen tussen de opties aangeven. Vaak loont het om voor de goedkoopste optie te gaan.
Ga je maandelijks wat geld storten? Dan kun je een periodieke beleggingsopdracht opzetten. Als je dit bij één van de drie grootbanken doet, wordt het geld maandelijks automatisch van je rekening afgeschreven en hoef je daarna niets meer te doen. Als je in één keer wat geld gaat beleggen, kan je dit gewoon met een enkele transactie doen.